Over verticaal en horizontaal
We werken in Medemo aan een ‘horizontale’ vertegenwoordiging van de samenleving, gewoon omdat de samenleving ook een horizontaal verweven netwerk is.
Verticaal en horizontaal zijn begrippen die in veel van de publicaties op het gebied van burgerbetrokkenheid worden gebruikt. Bijvoorbeeld in de inleiding van het overheidsrapport ‘Op weg naar meervoudige democratie’:
‘De zuilen, de steunpilaren onder de maatschappelijke democratie zijn nu grotendeels weggevallen, sociale media zijn ervoor in de plaats gekomen. De stabiele verticale lijnen zijn verdwenen, nu kennen we horizontale netwerken die even snel opkomen als weer verdwijnen’.
Maar verticaal en horizontaal komt ook voor het Liber Amicorum voor Jacques Wallage bij zijn afscheid van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Daarin schrijft Rien Fraanje op pag. 92 over een van de kloven in de samenleving:
‘Met “de andere kloof” duidt de Raad op de afstand die is ontstaan tussen enerzijds ‘de gehorizontaliseerde publieke ruimte waarin mensen, maatschappelijke organisaties, bedrijven op voet van gelijkwaardigheid met elkaar omgaan. En anderzijds de verticaal georganiseerde instituties van politiek en bestuur, die nog uitgaan van een verticale fictie en daarom nog geen effectieve verbinding hebben gevonden met de nieuwe werkelijkheid.’
Die horizontale netwerken worden dus een ‘nieuwe werkelijkheid’ genoemd, die vraagt om ‘verbindingen’. De verticaliteit van het openbaar bestuur en horizontale structuur van de netwerksamenleving kent nu alleen gescheiden communicatielijnen. Wat ontbreekt is een vorm die met de taal en het belang van de leefwereld de verbinding legt met de systeemwereld.
Het Medemo model biedt meerdere verbindingsvormen. De fysieke in de vorm van een horizontaal netwerk van lokale verenigingen. De digitale verbinding in de vorm van een collectief communicatieplatform en het databestand. Ze zijn primair bedoeld om de horizontale verbinding te leggen met samenleving. Daarnaast zijn ze beschikbaar als een verticale verbinding met de overheid.
Maar verbinding moet natuurlijk wel van twee kanten komen. Daar schrijft men in ‘Op weg naar meervoudige democratie’ het volgende over:
‘Het lokaal bestuur moet de meervoudigheid van de democratische samenleving erkennen en daar ook naar handelen. Het moet uitnodigend zijn voor vernieuwing en verbreding van democratische vormen en ruimte geven aan variëteit. Het moet investeren in en zoeken naar een constructieve samenwerking tussen (verticale) representatieve en (horizontale) participatieve democratische vormen. En investeren in democratische kwaliteit van processen, mensen en organisaties binnen de overheid en in de lokale samenleving’.
De noodzaak om de democratische kwaliteit van processen te verbeteren wordt nu echt urgent. Met de introductie van de Omgevingswet wordt er nauwelijks onderscheid gemaakt tussen verticale en horizontale processen. Er wordt alleen gesteld dat ‘participatie een kernbegrip’ is. Maar het is onduidelijk of daar alleen de verticale verbinding met de samenleving wordt bedoeld of ook een horizontale verbinding binnen de samenleving. En zonder horizontale verbindingen te betrekken bij de besluitvorming wordt de wet weer een verdere ondermijning van het vertrouwen.
Lees verder Over het trilemma van MacLeod
